De fiets stond al weken bepakt klaar. Het was wachten op een gelegenheid en ’n beetje schier weer. Nu is ’t alweer 11 uur als ik langs ’t Oranjekanaal rijd. De zon probeert de vochtigheid te verdringen. ’t Is zaak om zonder al te veel omwegen door de nieuwbouw van Emmen de weg naar Noordsleen te vinden. Natuurlijk mislukt dit, want Murphy rijdt mee op de bagagedrager… Wanneer ik op ’n paddenstoel Noord-Sleen zie en dit volg, geraak ik na een tijdje toch nog in de Brinkenbuurt. Ik vervloek de ‘stedenbouwkundige’ die dit stratenplan heeft bedacht. Wanneer ik uiteindelijk aan de oostkant (vertrouwend op het boswachtersrichtingsgevoel) Emmen verlaat volg ik het fietspad langs de rondweg. Tot mijn verbazing gaat het pad over ’n bruggetje weer terug naar de zuidkant van de rondweg. Shit ! Ik raak verzeild in een wirwar van half niet aangelegde straten en met veel moeite over stukken zand kom ik uiteindelijk toch nog op de rotonde naar Erm. Diphoorn staat niet op de borden paddenstoel, Sleen wel. Dan maar via Sleen. Ook Wezup vinden de Drenten geen plaats van belang, misschien vanwege ongepaste herinneringen ? Alle autochtonen blijken toeristen en niemand kan me de weg naar Wezup of Orvelte vertellen. Zo kom ik in Zweeloo en Aalden. Onderweg af en toe van de fiets voor een jpg ‘je van ’n dorps- of vergezicht. Ik volg ’n bordje Orvelte, maar het brengt me in Meppen. Het blijkt de ‘Orvelte-route’… Gelukkig begint hier m’n fietskaart en ik besluit Orvelte maar te laten voor wat ’t is. Géén bakje dus bij ’t Stokertje…
Vanaf hier is Murphy blijkbaar afgestapt en gaat ’t naar Mantinge. Tijd voor kouwe cappuccino en een knopper. Bij ’t Matingerbosch zweven drie buizerds traag boven de bomen. Over Brunting kom ik in Holthe. Hier wordt de rust verstoord door luidruchtige crossmotoren die over een stratencircuit, mijn route onveilig maken. Daarna volgt een prachtig stuk over het Ter Horsterzand. Aan ’t eind kunnen we bij een snack-kar (broodje kaassoufflé) over de snelweg. Ik passeer plaatsjes als Smalbroek, Lheebroek, Voslanden en Eemster. Het is vrijwel windstil en mooi fietsweer. Alleen begin ik m’n knie te voelen, da’s wat minder. Bij Geeuwenbrug ga ik over de Drentse Hoofdvaart het Drents-Friese Wold in. Op de smalle kleine fietspaadjes is geen hond te zien. Geen fietsers ook trouwens. Het bos is doodstil en ik verwacht elk moment een ree voor m’n wiel. Niet dus. Er is zélfs geen wind om door de bladeren te ruisen. Langs Oude Willem en het Aekingerzand kom ik om vijf uur bij buitenplaats ‘Dicker & Toos‘. Tijd om m’n éénpersoonstentje van € 29,95 op te zetten. Dick verblijd me met ’n (welverdiend) biertje en zo geniet ik van het avond-zonnetje op een soort van kaboutermeubeltjes. Het wordt vochtig en ik spoed me naar Oosterwolde voor ’n pizza quattro formaggio met een huis rode wijn en een royale irish coffee toe. Door een dikke mist fiets ik terug naar de tent. Er valt weinig meer te beleven dus kruip ik in de slaapzak. De tent is net een nylon doodskist, zó klein, je kunt alleen maar liggen. Maar da ’s ook ’t enige wat ik nog wil…
( volgende keer deel II, Oosterwolde – Wommels )
Arme jongen, Murphy is een lastige vriend. Al weet je altijd zeker dat hij zijn beloften waarmaakt…
Daniël Lohues doet dat toch een stuk soepeler : )
hij is ‘r geboren…
Je bent vast al weer thuis. Anders: Koffie staat klaar.
maar nog niet in ’t nieuwe huis ?
zo kan ’t ook… ff weg in eigen land. was vast lekker !