Langzaam glijdt het riet voorbij. Er is bijna geen wind. ’t Enige dat ik hoor, is het geluid van de peddels. Waterkippen scharrelen met kuikens tussen de beschoeïng. In de Riper Feart wordt ik voorbijgelopen door een sloep. Man aan het roer, vrouw achterstevoren met de neus in de zon. Kussentjes, kleding en Mepal serviesgoed voldoen allen aan de maritieme look. Waarschijnlijk draagt ze ook ’n string met ’n ankertje… De zon brandt en ik sleep m ’n pet door ’t water voor ik weer opzet. In het haventje van Jutrijp schildert een man z ’n boot. Lijkt me niet goed met die hitte, de verf droogt te snel op het hete staal. Met de boerenzakdoek om z’n hoofd doet ‘ie denken aan Willy Nelson. Ik kano door de Soalsleat naar de Modderige Ryd, op zoek naar ’n plekje om te pauzeren. ’n Buizerd cirkelt op de termiek, hoog in de lucht. Na krentebol, citroenlimonade en het strekken van de benen gaat het voor de wind terug. Weer onder de brug in de Ripewei door. Achter me zwelt het geluid van een dikke buitenboordmotor aan. Als ik omkijk is het blauwe bootje al vlak bij me. Met ’n extra bochtje scheren de jongelui vlak langs de kano. Met moeite houd ik ‘m recht, niet op de aanval bedacht. Als ik van de schrik verbazing bekomen ben zijn ze alweer de bocht om, de familie meerkoet in heftige zeegang achterlatend. Lachen, met die jongens… Verderop vliegen twee bruine kiekendieven laag boven het riet. Het mannetje ondergaat de partnertest. Hij slaagt. Bij de brug in de Iendrachtswei zie ik de jongens weer. Staand in de boot, zwaaiend met bierflessen. Ik houd maar even in. Door de Eegracht vaar ik in de schaduw. Er heerst een serene rust in ’t dorp de stad. Bij de brug is het een drukte van belang. Van beide kanten stomen huurboten met alle fenders overboord, zeiljachten waarvan je denkt ‘wat doet dat hier op binnenwater ?’ en allerhande vaartuigen op naar de Geeuw of de Wijde Wymmerts. De brugwachter heeft ’t maar druk met z’n klompje. Ook de schipper van de Tagelus heeft al z’n aandacht bij de brugpassage en ziet niet dat er iemand in ’n lage witte kajak naar ‘m zwaait…
Categorie archief: natoer en miljeu
kayak…
Opgeslagen onder natoer en miljeu, oar...
Oostvaarderspark…
In de wetenschapsbijlage van de Volkskrant van twee weken terug, stond een artikel over het besluit van de overheid, Staatsbosbeheer toch maar te bewegen het vee in de Oostvaardersplassen bij te voeren. Bezoekers hadden namelijk geschokt gereageerd op de kadavers van een aantal dode konikpaarden. Of heckrunderen, daar wil ik vanaf wezen. Aan het eind van een wat strengere Nederlandse winter, dan de laatste jaren gebruikelijk, waren de dieren bezweken aan een tekort aan voer.
Dat is de natuur. Aldus Staatsbosbeheer, dat in tegenstelling tot bijvoorbeeld Natuurmonumenten, vasthield aan het gekozen beleid, om de natuur daar, de natuur te laten. Daar is best wat voor te zeggen. Zeker. In de diverse artikelen die de afgelopen tijd over het onderwerp zijn geschreven, kun je de voor en tegens wel lezen. En na een winter als deze pakte de ‘wintersterfte’ volgens SBB niet uitzonderlijk hoog uit (klik). Het is ook niet een issue van de laatste winter, maar speelt eigenlijk al jaren. In mijn tijd bij Staatsbosbeheer, moest ik geregeld het standpunt van SBB beargumenteren. Ik zeg met opzet beargumenteren, en niet verdedigen. Want ik was en ben het niet eens met SBB. Wat ik namelijk altijd in al die discussies heb gemist, is het feit dat de Oostvaardersplassen geen wijds stuk natuur is. Ook al denkt SBB misschien van wel. Het is een park. Een groot park, dat wel. Maar vroeg of laat loopt een konikspaard, of heckrund tegen het hek van de A6 of ’n hek bij een buitenwijk van Lelystad of Almere op. Of het IJsselmeer in… In een echt stuk natuur, en waar vinden we dat nog in Europa, heeft zo’n beest een kans, om geheel volgens z’n natuur, verderop op zoek te gaan naar voedsel. En ook al heeft de grootte van de kudde volgens de beleidsmakers alles te maken met de oppervlakte die ze tot hun beschikking hebben, toch klopt het niet helemaal…
Opgeslagen onder natoer en miljeu
the origin of failure…
Snorkelen naar magnetische plaatjes met algen, aan de romp van een zeilschip, naast ’n knappe marine biologe in ’n strak wetsuit.
(om er vervolgens achter te komen dat meer dan de helft van de plaatjes verdwenen is in de ijsgang…)
Of door de bergen klauteren met het fossiel van ’n ei van 7 miljoen jaar oud in ’n barbie-emmertje.
Opgeslagen onder natoer en miljeu
sneeuw…
Zo’n laatste week voor de kerstvakantie, is er natuurlijk nog van alles op zo’n school. Gisteravond was het kerstgala voor de onderbouw. Naast discolampen en wat extra geluid, had ik ook ’n sneeuwmachine gehuurd.
Leuk. Dacht ik. Ik had het ding op de luifel gestationeerd, zodat de kienders, bij binnenkomst over de rode loper met fakkels, in hun beste kerstoutfit, de volle laag zouden krijgen. Maar er bleek maar ’n miezerig beetje sneeuw uit te komen. Barbiesneeuw, als ’t ware… Natuurlijk kwam dat ook omdat het apparaat, op zeepsopbasis, buiten stond en de boel een beetje verwoei. Ik besloot ’t ding uit te zetten en de resterende vloeistof te bewaren voor de dag erna. Dan kon de machine binnen gebruikt worden, bij het gala van de bovenbouw.
10 Minuten later zegt ’n collega: ‘nou komt ‘ie pas echtop gang’. Huh. Dacht ik. Ik had dat kreng toch uitgezet ? Maar buiten sneeuwde het inderdaad lichtjes boven het schoolplein. Het bleek echte. Sneeuw.
Bedoel ik.
Binnen vergde andere zaken, als lichtuitval en haperende dj-laptops mijn aandacht. Zegt ’n collega even later:’ hij mag nu wel weer uit, ik moet straks ook nog naar huis…’ Toen de kinderen om half elf huiswaarts gingen, lag er al ’n sneeuwdek van 10 cm.
Was ik even blij dat onze Subaru weer terug was van de garage…
Vanochtend waren we om zes uur op. Het was opvallend stil. Want dat doet sneeuw. Het dempt alle geluid. Beneden gekomen, lag er een pak sneeuw van ’n goeie 40 cm. En het sneeuwde nog aldoor. Vrouw Anders moest naar Beekbergen. Vaders naar school. Wie mocht de 4×4 mee ? Konden we de weg wel op ? De Nederlandse televisie toonde bejaardenspelletjes en astro-praatjes. Omrop Fryslân had het over sneeuwduinen en gestrande veegauto’s. Vrouw Anders veegde het paadje. Ik maakte de auto sneeuwvrij en reed ’n blokje. Waar de buurman wel weer blij mee was, welke direct in mijn spoor kon. Graag gedaan buur… De vergadering/studiedag van vrouwlief werd afgezegd en ik kon op weg naar Sneek. Pas op de ringweg was er geveegd. Het weggetje bij school was echter ’n mooie uitdaging met 50 cm maagdelijk wit. Ik opende hekken. Zette koffie. En haalde de telefoon van de nachtstand, die direct roodgloeiend stond. Daarna bestond de rest van mijn ochtend vooral uit het lostrekken van gestrande collega’s. Tot de collega agrarische techniek met de trekker en de bak de weg schoon trok. Om ’n uur of twaalf brak ik de geluidsinstallatie en het licht voor het gala van de bovenbouw af. De school bleef dicht. Het kerstgala wordt een nieuwjaarsbal. Toen ik de sneeuwmachine terug bracht, moesten ze lachen. De jongens van het verhuurbedrijf. ‘Of de sneeuw naar wens was ?’
Lachen.
Die jongens van het verhuurbedrijf.
Opgeslagen onder natoer en miljeu, oar...
noords lopen…
Net terug van de Grië. ’n Wandeling met zo’n twintig nordic walkers. Niet dat ik al prikkend mee ging. Want ik heb ’t niet zo op die stokken. Maar het was wel heel aardig om weer ‘ns over het mooiste stukje Terschelling te struinen. De groep is ook al ’n keer of vijf, in verschillende samenstellingen, met mij mee geweest. En ze vragen ieder jaar weer om mij, iets wat me toch wel streelt toch ’n teken is dat ze m’n verhalen wel aardig vinden… De Amerikaanse Vogelkers hing krom van de bessen, de lamsoor was uitgebloeid, maar de zeekraal smaakte nog prima. De sacherijnige kooiker van de Horrekooi keek weer als vanouds toen hij langs ons reed. En er stond Eekhoorntjesbrood ter grootte van een… halfje brood. En halverwege brak de zon door. Viel ook niet meer te lijmen…
Opgeslagen onder natoer en miljeu, Skylge