Het is zondagavond. Ik rijd door Amsterdam. Het regent nog harder als toen. Het zadel van de fiets staat veel te laag en het slot rammelt aan het stuur. ‘t Is dat ik ‘n zeemannenrichtingsgevoel heb, anders…
< lees verder… >
Het is zondagavond. Ik rijd door Amsterdam. Het regent nog harder als toen. Het zadel van de fiets staat veel te laag en het slot rammelt aan het stuur. ‘t Is dat ik ‘n zeemannenrichtingsgevoel heb, anders…
< lees verder… >
Reacties uitgeschakeld voor Parade…
Opgeslagen onder kultuer, op 'e fyts
We gingen over Oudega, waar we nog even babbelden met collega Pyt. Onderweg bloeide de zwanebloem in de sloten en versperde koeien nog even onze weg…
< lees verder >
Reacties uitgeschakeld voor op ‘e fyts…
Opgeslagen onder op 'e fyts
Vanmorgen regende het peentjes. Of pijpestelen. Of wat u daar dan ook maar voor uitdrukking voor heeft. Vrouw Anders had de auto pas later op de dag nodig en wilde ‘m dan wel ophalen, met mijn fiets. Nu is ’t maar ’n kwartier tot 20 minuten fietsen naar m’n werk, maar je kunt in minder tijd al behoorlijk nat worden. Regenpak of niet. Dus, de auto.
En ik voel me dan altijd zo’n verraaier verrader. Want dan zie ik op het fietspad, de mannen en vrouwen gaan, die ik anders altijd zie en groet. Want ondanks dat je ze niet kent, schept het iedere morgen elkaar tegenkomen, toch ’n band. Zíj zijn bikkels. En trappen voorovergebogen over het stuur, tegen de wind in naar kantoor of werkplaats. De reflectiestrepen van hun regenpakken wrijven mij het er nog ‘ns extra in. ‘Verrader’ !
bikkel...
Maar ik was lekker droog over… En over ’n paar dagen… sneeuw !
Kijk maar. Hier. klik
Opgeslagen onder oar..., op 'e fyts
Strikt gezien heeft u nog recht op het vervolg van de fietstocht door Friesland slash Overijssel. Nou goed… voor die 5 reaguurders dan:
Het schelpenpad brengt me in de Brandemeer. Een veengebied van SBB. Ik stop even bij het oude veensluisje, eigenlijk alleen een bassin zonder sluiswanden, met aan weerszijden sluisdeuren. De sloten hier zijn prachtig. Zwanenbloem, dotters, kattestaart, wilgenroosje, pijlkruid, lisdodden en ik zie ook weer ‘ns egelskop. Verderop is een voormalig boothuis ingericht als ‘bezoekersschuur’. Er zitten wel twintig zwaluwnesten en ze vliegen in en uit. De vogelkijkhut sla ik over en langs de Jonkersvaart fiets ik de Rottige Meenthe in (drie buizerds). Bij de driewegsluis is de brug open en kijk ik op m’n gemak even rond. Conclusie: leuke plek, alleen jammer van de uitspanning in het midden en de nieuw aangelegde haven. Maar goed, er moet natuurlijk wel verdient worden… Een half uurtje later zit ik op ’t terras van café de Kolk in Ossenzijl aan een koffie verkeerd met appelpunt. Ik bel mijn slaapadres, bij mensen die voorheen een aantal keer bij ons op Terschelling hebben overnacht. Daar zie ik nog ’n stukje van de Tour en praten we gezellig bij. Vooral Jan kan boeiend vertellen over de tijd dat ze nog in de Ribben, riet sneden. De 6 hectare zijn nog altijd in de familie; zoonlief heeft het stokje overgenomen en is daarnaast tevens rietdekker. ’s Avonds doe ik een hapje in ’t dorp bij eetcafé de Kolk. Het eten is goed en staat binnen ’n mum van tijd voor m’n neus. In mijn moleskine-agenda schrijf en teken ik met tussenpozen de belevenissen van de dag. Zouden ze denken dat ik ’n culinair recensent ben, want ze zijn overvriendelijk , rete-snel en vragen me om de haverklap of het me aan niets ontbreekt… Dan nog ’n borrel bij de familie beneden. Jan verteld over de aanvaringen met SBB, de flora en fauna en het harde leven in de Ribben. Als ik naar bed ga begint het te regenen.
En dat doet het de volgende ochtend nog en niet zo zuinig ook. Na een ontbijtje neem ik afscheid van de familie Visser en ga ik naar het bezoekerscentrum van SBB. Als ik ’t hele winkeltje en alle panelen en filmpjes wel bekeken heb regent ’t nog aldoor. Een blik op de buienradar achter de kassa maakt ook niet echt vrolijker en ik besluit maar gewoon te gaan. Het leek iets lichter te worden, maar net Ossenzijl uit breekt er een wolk recht boven me. Natter dan nat kan toch niet, dus ik ga maar gewoon door. Kalenberg is pittoresk en het pad gaat over kleine bruggetjes langs mooie huizen. Bij het gehucht Nederland is m’n broek alweer droog gewaaid en via Wetering rijd ik naar Dwarsgracht. Mooi hoor, hier zou ik wel willen wonen… De huizen aan de westkant zijn niet met de auto te bereiken en de bewoners lopen allemaal met ’n kruiwagen. Giethoorn is ’n echte touristtrap. Zelfs op ’n dag als vandaag, lopen er groepen Japanners langs de gracht. Ze zetten elkaar allemaal op de foto… Als de lucht weer pikzwart wordt, vlucht ik café de Fanfare in voor ’n bak koffie. Hier is destijds de film van Bert Haanstra voor een groot deel opgenomen. Dan is ’t brugje op, brugje af door Giethoorn. Langs de punterwerf van Schreur en vervolgens het dorp uit en dwars door het weiland naar Wanneperveen. Langs de Kierser Wijde (twee buizerds) kom ik bij Meppel. Daar is ’t nog even een gedoe om de kortste weg te vinden naar de Reeststouwe, waar ik onder spoor en snelweg door wil. Bedrijven-terreinen, industrie en bizar aangelegde woonwijken proberen mij van m’n weg af te brengen. Maar uiteindelijk kom ik toch uit waar ik wilde. Door het Reestdal (negen ooievaren) gaat het nu via Lankhorst, IJhorst, Bloemberg, Fort, Drogt en Bazuin naar Zuidwolde. Ik begin m’n kont te voelen en ruik de stal. Met andere woorden; er wordt nog maar zelden gestopt voor een foto en drinken doen we al fietsend. Ik kruis de provinciale weg waar ’t eigenlijk niet mag en over de onverharde Slagendijk snij ik een flink stuk af. Het zand is op sommige stukken wel zo mul, dat er even gelopen moet worden, maar eigenlijk is dat wel even lekker. En zo fiets ik rond ’n uur of zes het erf op van onze vakantieruilwoning. Tijd voor ’n biertje en het zwembad !
Opgeslagen onder op 'e fyts
Er werd weer ‘ns gefietst. Want. Net als bijvoorbeeld Cat houd Anders ervan, er zo nu en dan ‘ s alleen op uit te trekken. Niks zo lekker om je gedachten te laten gaan tijdens ’n fietstochtje. Maar ik moet wel ’n doel hebben. Fietsen voor de kat z’n staart ligt me niet zo. En. Omdat Anders op school wat langer door moest, was de rest van de familie het gezin al eerder neergestreken in Drenthe. Door familieomstandigheden ging de huizenruil met Noorwegen dit jaar niet door. En werd het wel huizenruil, maar met kenissen uit Drenthe. Zij bewonen een rietgedekt boerderijtje, mét zwembad in de tuin, in de buurt van Zuidwolde. Voorwaar ook geen slechte ruil…
Maar goed. Het fietsen. De weersvoorspellingen waren niet al te best. Na weken zweten op school, kondigde de weeromslag zich precies aan, aan het begin van mijn vakantie. Gelukkig viel het alleszins mee. Na nog wat huishoudelijke klusjes, het smeren van de bruine puntjes en de krentenbollen en de laatste inpakkerij, kon er om 10.30 worden gefietst. Ondanks de dreigende luchten. Om van IJlst in de ‘Rottige Meenthe’ te komen zou je eigenlijk ter hoogte van Hommerts het Margrietkanaal moeten oversteken. Helaas is daar nergens ’n fietspontje en kun je dus óf over Spannenburg, zodat je begint met een kaal lang stuk langs de provinciale weg. Óf je fietst ’n stukje om over Sneek. Over het schelpenpaadje naar Tinga, door Duinterpen onder het viaduct het Rasterhofpark in. En zo fiets ik donderdag 9 juli, langs de nieuwbouw van de nazaten van Gerrit v.d. Valk, die ook nog ’s de brutaliteit hebben, om het hele pad door het park af te zetten met een bordje werk in uitvoering en een oranje net over de gehele breedte van het pad. Affijn, zo’n bordje is rap verzet en de fiets kan simpelweg over het net worden gereden, nadat de paaltjes horizontaal zijn gelegd. Stakkers ! In Twellegea nog even langs de PW206 en toen naar Langweer. Er staat een straffe wind, maar de meeste tijd heb ik ‘m schuin achter. Het fietspontje (de ‘grote’ pont is donderdags tussen twaalf en twee uit de vaart voor onderhoud, dat wist ik niet maar dat gaf ook niet, want er is daar ook nog een speciaal fietspontje dus) zet me voor zeventig eurocent aan de andere oever. En de schipper heeft gelukkig ook nog wat tieraps om mijn rammelende low-riders te fixeren. Koffie ? Nou, eigenlijk niet. Ik wil door. Maar de tweedehandsboekenwinkel in de dorpsstraat van Langweer kan ik niet weerstaan. Maar my oh my… wat een prijzen : ( Ik zie ’n oud boek van Piet Bakker, dat ik ooit voor een luttele euro op de rommeltjesmarkt in Koudum kocht, hier staan voor maar liefst € 7,- Da’s wat te gortig. Het is overigens een heel aardig vooroorlogs boek over twee vrinden, die met een Pampus van Amsterdam naar Friesland varen. In een beetje vreemde ‘Adriaan en Olivier – stijl’ geschreven. Adriaan en Olivier, die van ‘achteloos draaide hij het stuur driemaal rond’ en van de stofjes-stoffen passage, toen het duo aan ’n stikkie zat. Maar ik dwaal af geloof ik. Van Langwar gaat het naar Boarnsweach, waar het nog even zoeken is naar het fietspontje. Het blijkt verscholen achter ’n vakantieparkje en zet me voor ’n dubbeltje meer als daarstraks aan de overkant van de Scharster Rijn. Typisch Hollands overigens, om het dorp één bordje neer te zetten dat verwijst naar een pontje, en je vervolgens vier kruisingen lang in het ongewisse te laten, onder het mom van ‘zoek het zelf maar uit’. Bij een picknikbank wordt eerst gepauzeerd met bruine broodjes en koude koffie. Nog even ’n plasje aan de oever van ’t plasje en dan naar Skarsterbrȇge. Bij Ousterhaule kom ik ’n bocht om en schrik me rot schrik van ’n buizerd die daar vlak voor m’n neus van een paaltje opvliegt. Het beest schrok natuurlijk net zo zeer van mij als ik van hem… Via Rotsterhaule gaat het naar Easterskar. Een natuurgebied van it Fryske Gea. Het is mooi fietsen. De buien blijven rondom dreigen, maar lozen niet meer dan wat muggenpis sputtertjes. Het fietst lekker door en bij Rotstergaast neem ik ’t fietspontje over de Tjonger. Het pontje moet met de hand worden bediend en het zweet staat me op de rug. Zwaarder dan ik had verwacht en er is ook niemand om even af te lossen. Misschien ligt ’t aan de staaldraad die niet helemaal lekker over de rol loopt… Aan de andere kant gaat het langs de oever van de Tjonger, of Kuunder zoals ‘ie verderop heet, zuidwaarts. ( wordt vervolgd )
Opgeslagen onder op 'e fyts