Categorie archief: by âlds

Monchy le Preux…

Als kind gingen wij vrijwel ieder jaar op vakantie naar Frankrijk. Meestal naar Bretagne. Wat zeg ik ? Meestal naar Tregastel, aan de ‘kust van de rose rotsen’, la côte de granit rose. Omdat we woonden in Schiedam, was de eerste stop meestal in Noord-Frankrijk…

lees verder… >

Reacties uitgeschakeld voor Monchy le Preux…

Opgeslagen onder by âlds

Tripoli…

Laat ik er maar geen mening over hebben. Dacht ik nog… Maar met alle commotie over het 9-jarige ventje, dat straks door z’n oom en tante wordt opgevoed, was het onvermijdelijk. Met de beelden van een uiteengereten vliegtuig kon ik er niet omheen.

En eerlijk gezegd zou ik ook niet meer weten, hoe ik 33 jaar geleden reageerde. Toen mij, als 14 jarig jochie, verteld werd dat mijn ouders waren omgekomen. Ik weet niks meer van opdringerige persmuskieten. Ik heb alleen nog een vaag beeld van een immense hangar met kisten met kransen erop. Maar dat beeld kan ik ook hebben, omdat ik het later op ’n krantenfoto heb gezien. Het beeld van een uit de puinhopen stekend staartstuk, staat voor mij symbool voor elke vliegtuigcrash. Later, toen het ongeluk 10, en later 20, jaar geleden was, ben ik nog wel benaderd om mijn verhaal te doen. Onvermijdelijk, als je zelf bij de omroep werkt. Maar de keus om te weigeren was aan mijzelf.
Pas tien jaar terug, ben ik met m’n zus naar het monument op Westgaarde geweest. Het deed me minder, dan ik had verwacht. Had ik iets verwacht ? Ik weet ’t eigenlijk niet. Mijn ouders zitten in m’n geheugen. In m’n hart, als je het romantischer zou willen zeggen. En ik herinner ze zoals ik ze als kind heb gekend. Een moeder die altijd thuis was, met thee en kaakjes wachtte tot wij uit school kwamen. Een vader, die om half acht naar z’n werk ging. En om half zes meestal weer thuis was. De herinneringen, die iedereen van z’n jeugd heeft, neem ik aan. Van kampeervakanties in Frankrijk, waar wij als kinderen, met plastic sandalen en een schepnetje bij eb elke steen omkeerden, op zoek naar krabben. Van de zaak waar m’n vader werkte, waar ik ronddoolde door de werkplaatsen met die typische geur van metaalwerkplaatsen. Van mijn moeder die in de tuin werkte, iets wat ze in mijn geheugen vrijwel altijd deed.

Natuurlijk is Tenerife een deel van m’n leven. Dat zal het altijd blijven…

Zo zou het voor Ruben straks ook moeten zijn…
Maar Ruben is geen nabestaande. Hij is op miraculeuze wijze, de enig overlevende van een desastreus ongeval, waarbij 103 mensen omkwamen en zo onderwerp op zich geworden. Symbool van. Bezit van de media. En die bepalen nu voor ’n deel, hoe dit alles een deel van zíjn leven zal blijven. Dat is onvermijdelijk. Dat is z’n lot. Nu.
Ook zíjn herinneringen, zullen worden gekleurd door beeld en geluid. De media zijn de vormgevers van ons collectief geheugen geworden.  Door televisie en internet nu meer dan ooit. Een grens tussen wat wel en niet kan is er allang niet meer. De Telegraaf treft niet meer blaam, als het NOS journaal, dat met de hete adem van het RTL nieuws in hun nek, hijgerig de eerste beelden uit het ziekenhuis in Tripoli liet zien. De verwijtende vinger in de Volkskrant is niet veel waard, met de links naar de desbetreffende artikelen van de Telegraaf eronder…
Maar toch lees ook ik over de vliegramp en kijk ook ik naar de beelden. Misschien op zoek naar een antwoord… misschien uit ordinaire nieuwsgierigheid. Niks menselijks is ons vreemd, toch ?

Ik hoop dat Ruben ’s herinneringen aan vroeger, aan z’n kinderjaren, de beelden van déze periode, net als bij mij, op den duur zullen overschaduwen. Herinneringen aan zijn moeder, die z’n brood smeert. Aan z’n vader, op zaterdag aan ’t werk in de schuur. En aan z’n grotere broer, die hem zo graag pestte, en altijd z’n grotere broer zal blijven. Herinneringen aan Zuid-Afrika, aan een safari, toen alles nog was zoals het was. Aan thuis, aan de gewone dingen van ooit. Tenslotte is er een plek, waar de media niet kunnen komen… Nee, dat is niet je hoofd. Dat is in je hart.

Natuurlijk blijft Tripoli een deel van z’n leven. Altijd…

19 reacties

Opgeslagen onder by âlds, media, oar...

scheufeln…

Vroeger. Kreeg ik altijd de schaatsen van m’n oudere zus. Dat was toen gewoon zo. Zuinigheid met vlijt. Het was 1974 of zo.
Mijn zus kreeg nieuwe kunstschaatsen. Op de groei, maat 41. Ze is blijven steken bij maat 39. Verkeerde zuinigheid natuurlijk. Ze liggen nu nóg op zolder… En voor een jongetje van van 11 zijn witte kunstschaatsen ook niet echt stoer. De meeste jongens uit de klas hadden ‘ijshockies’. We woonden in Schiedam en het meeste schaatsen vond, voor ons kinderen, plaats op de ondergespoten tennisbaan van TSF, de Poldervaart of de vijvers van het Beatrixpark. Later, op de middelbare school verplaatste het schaatsen zich naar de Vlaardingse Vaart. Van daar kon je naar Schipluiden, Delft en Maasland. Warme chocomel en erwtensoep werden verzorgd door café Vlietzicht. Ik kreeg de te grote noren van de broer van een vriend. Met twee paar geitenwollen sokken wou dat net. En daarop reed ik ooit de Westland Marathon. ’t Was een lijdensweg. Ik had nog nooit op hoge noren gestaan, laat staan ’n paar van drie maten te groot. Terwijl mijn vrienden met mooie lange slagen van mij wegreden, vervloekte ik die dingen. Ik kwam rond, maar mijn liefde voor de schaatssport was op ’n dramatisch dieptepunt beland.
Het was tijd voor maatregelen. De volgende dag toog ik naar de binnenstad van Rotterdam voor een paar nieuwe schaatsen. Lage noren moesten het zijn. De dame van de sportwinkel adviseerde mijn nieuwe schaatsen ’n maat te klein te nemen. Huh ? Ze voegde er aan toe, dat als ik spijt had van de aankoop, ik ze zelfs na een proefrit nog kon komen ruilen tegen ’n paar groter. En natuurlijk ben ik nooit meer teruggeweest. Het bleek dé gouden tip. En als je warme voeten wilde, knipte je maar ’n paar geitenwollen sokken óm je schaatsen.
Later, toen ik in Groningen woonde, nam ik les. Samen met Maarten toog ik één avond per week naar de schaatsbaan aan de Paterswoldseweg. De baan bestaat niet meer, de Groningers schaatsen nu op de nieuwe halfoverdekte baan van Kardinge. Maar op dat oude onoverdekte baantje in het park, leerden wij recht boven onze ijzers te staan, de knieën boven de neuzen van onze noren. We leerden diep te zitten. Onze afzet zíjwaarts te maken. En, het belangrijkste van alles: pootje over. Want als je pootje over kon, dan was je een kenner. Een crack. Zo dachten wij toen nog. Aan de schaatsbeschermers hingen wij aan elkaar in de bocht. De een de ander in (on)balans houdend. En aan het eind van de winter begon het daadwerkelijk ergens op te lijken. De laatste lessen hebben we gelaten voor wat ’t was. Starten was voor mietjes. Voor sprinters. Wij lieten een bolling van 23 in onze ijzers slijpen en reden onze rondjes intussen al op het Paterswoldse en het Zuidlaarder Meer.

’t Mooie is natuurlijk, dat je het schaatsen, net als fietsen, nooit verleerd. En of ’t nu in Thialf is of in de Smelt. Op ’n stuk ondergelopen land, het Waterplak boven Midsland of de ijsbaan van IJlst. Ik heb nog altijd lol van de lessen die ik toen gehad heb. Zelden heb ik meer waar voor m’n geld gehad. Een echte elfstedenrijder zal ik ook nooit worden, maar het is ’t verschil tussen zijwieltjes en écht kunnen fietsen.

12 reacties

Opgeslagen onder by âlds

Marieke…

Ik moest aan haar denken, toen ik op m’n iPod ’t kleine portretje zag van Carla Bruni. Ondanks haar huwelijk met de baas van Frankrijk, nog steeds een bloedmooi wijf mooie vrouw. Ik moest denken aan Isabelle Adjani. Die ik altijd door elkaar haal met Sophie Marceau. En dan hebben we het over Sophie in 1984. Rond 1984 kende ik ’n meisje dat me ook altijd deed denken aan Isabelle Adjani. Hoe ik nog zo goed weet welk jaar dat was ? Ik zat meer dan zes uur met haar in het vliegtuig naar New York, waar ze ging werken als au pair. We hielden contact. Toen ze weer thuis was, logeerde ik bij haar in Amsterdam. Op de bank.
Later kreeg ik brieven uit Chili, Bolivia en Argentinië. En verloren we elkaar uit het oog. Het was een mooi meisje. En normaal verander ik ’n ieders naam hier altijd ietwat, uit privacy overwegingen. Maar dit keer zal ik haar gewoon bij haar eigen naam noemen. Want, wie weet, komt ze haar naam hier ooit nog ’s tegen. En ik ben eigenlijk wel benieuwd hoe ’t haar verder is vergaan…

15 reacties

Opgeslagen onder by âlds

live from Daryl’s House…

Vroeger was ik gek van Hall & Oates. Nou… eigenlijk m’n vriendinnetje van toen. Dus. Ik ook.
Zoals een ander vroeger van de Dolly Dots hield. Doe Zeg maar..
Onlangs vond ik op het Wereld Wijde Web de site: Live from Daryl’s House. ’n Soort van ‘Amerikaanse Twee Meter Sessies’, zeg maar. En nu kijk ik regelmatig ’n aflevering of ’n paar versjes. De laatste aflevering was met Diana Birch. Een singer-songwritster waar ik nog nooit van gehoord had. Ik heb met plezier de hele aflevering gekeken. Natuurlijk is het Amerikaans en zogenaamd heel spontaan opgenomen, neemt niet weg dat het heerlijk kijken en luisteren is, naar mensen die met veel plezier muziek maken. De catering scènes kunnen gemakkelijk gefastforeward worden en Daryl doet af en toe een beetje eng, maar de geluidskwaliteit is prima. Dus met het sennheisertje op ’t hoofd ben je zo weer ’n uurtje verder…

#weerlaatopbed

9 reacties

Opgeslagen onder by âlds, muzyk